Tracimat werft aan! Raadpleeg onze vacatures en solliciteer nu. Wie weet word jij onze volgende collega.
12 jan 2024

VLAREMA 9 definitief goedgekeurd

Op de ministerraad van 22 december 2023 is VLAREMA 9 door de Vlaamse regering definitief goedgekeurd. Hieronder geven we een uitgebreid overzicht van de belangrijkste implicaties voor de sloopsector. De vermelde regelingen treden in werking op 1 juli 2024. 

Meer info nodig?

Bronsortering van bouw- en sloopafval wordt de regel

De in artikel 4.3.2, 1stelid van het VLAREMA opgenomen lijst met gescheiden te houden bedrijfsafvalstoffen wordt verder uitgebreid tot 32 stromen door toevoeging van:

  • 25° niet-teerhoudend asfaltpuin;
  • 26° funderingsmaterialen die niet conform de bepalingen van het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten kunnen verwerkt worden;
  • 27° verontreinigde fracties bouw- en sloopafval die achteraf niet kunnen uitgesorteerd worden bij een verwerker, waarna zij voldoen aan de acceptatiecriteria van de vergunde verwerker;
  • 28° cellenbeton;
  • 29° gipskartonplaten en gipsblokken;
  • 30° glaswol;
  • 31° rotswol;
  • 32° bitumineus dakbedekkingsmateriaal of afdichtingsmateriaal.

De gescheiden inzameling van glaswol (30°), rotswol (31°) en bitumineus dakbedekkingsmateriaal of afdichtingsmateriaal (32°) wordt pas op 1 januari 2027 verplicht. De overige afvalstoffen dienen vanaf 1 juli 2024 verplicht gescheiden te worden aan de bron.

Bouw- en sloopafval wordt expliciet uitgesloten in de regeling aangaande voorwaardelijke uitzondering op de gescheiden inzameling van bedrijfsafvalstoffen voor minstens de stromen houtafval, metaalafval en harde kunststoffen (dewelke worden uitgebreid met papier- en kartonafval en folies).

In artikel 4.3.2, 7delid van het VLAREMA wordt volgende opgenomen: “Bouw- en sloopafval moet door de producent gescheiden van andere afvalstoffen worden aangeboden en gescheiden worden gehouden bij de ophaling of inzameling. Bouw- en sloopafval ontstaan door calamiteiten of dat op basis van andere wetgeving of op bevel van de politie of bevoegde autoriteiten onmiddellijk vernietigd of afgevoerd moet worden zonder verdere bewerkingen, vormt hierop een uitzondering.”

Behalve bovenstaande uitzondering kan van het 1ste lid afgeweken worden indien het bouw- en sloopafval rechtstreeks afkomstig is van een actieve werf, het droge en niet-gevaarlijke afvalfracties betreffen die niet onder het Eenheidsreglement gerecycleerde granulaten kunnen worden verwerkt, het bouw- en sloopafval wordt beheerd zoals bepaald in onderafdeling 5.2.16 van het VLAREMA (zie verder) en voldaan is aan één van onderstaande criteria:

  • de aaneengesloten beschikbare ruimte voor het plaatsen en beladen van de inzamelrecipiënten bedraagt maximaal 40 m²;
  • de totale hoeveelheid gemengd bouw- en sloopafval dat gedurende de uitvoering van de werf vrijkomt is kleiner dan 40 m³;
  • er is een gemotiveerde verklaring van de veiligheidscoördinator dat de respectievelijke fracties niet gescheiden vrijkomen omwille van veiligheid, stabiliteit of technische uitvoeringsbeperkingen of gevaar voor werknemers.

Gemengd bouw- en sloopafval wordt gedefinieerd als “de fractie van het bouw- en sloopafval die niet gescheiden wordt aangeboden of ingezameld” en omvat dus niet-selectief ingezameld bouw- en sloopafval conform de voorwaarden in artikel 4.3.2, niet-selectief ingezameld bouw- en sloopafval waarbij die voorwaarden niet werden gerespecteerd, alsook fracties bouw- en sloopafval waarvoor selectieve inzameling niet verplicht is.

Opmaak van een afvalbeheer- en sloopplan door uitvoerder sloop-, renovatie- en afbraakwerken

Voor sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken onder het toepassingsgebied van Vlarema artikel 4.3.3, §1 met verplichte sloopopvolging (omgevingsvergunning + totaal bouwvolume groter dan 1000 m³ voor de niet-residentiële gebouwen of groter dan 5000 m³ voor alle in hoofdzaak residentiële gebouwen met uitzondering van de eengezinswoningen) en gelijkaardige nieuwbouwwerken moet een afvalbeheer- en sloopplan door de uitvoerder van de sloop-, renovatie- en afbraakwerken worden opgemaakt. Dit afvalbeheerplan moet beschikbaar zijn voor de start van de bouw-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken.

Dit afvalbeheer- en sloopplan bevat minstens bepalingen omtrent:

  • de voorafgaande afvoer van de afvalfracties die geen bouw- en sloopafval zijn;
  • de fracties die gescheiden moeten worden ingezameld, conform artikel 4.3.2, en bestemd zijn voor hergebruik en materiaalrecyclage;
  • voor sloopwerken met verplichte sloopopvolging – link met het conform verklaard sloopopvolgingsplan inclusief:
    • Een beschrijving van de randvoorwaarden bij slopen en ontmantelen waaronder technische uitvoeringsbeperkingen en hinder- en veiligheidsaspecten *;
    • een beschrijving van de gebruikte sloopmethode en-technieken
  • de organisatie van de gescheiden inzameling op de werf van de verschillende afvalfracties;
  • een overzicht van de verschillende inzamelrecipiënten voor afvalstoffen;
  • de organisatie van de afvoer van de afvalstoffen in functie van het vrijkomen van de verschillende fracties tijdens de bouw-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken.

Het afvalbeheerplan moet op eerste verzoek ter beschikking gesteld worden van de toezichthouder, de sloopbeheerorganisatie, de deskundige die het controlebezoek uitvoert in kader van de sloopopvolging en de OVAM.

* Indien bronscheiding van het bouw- en sloopafval niet mogelijk is omwille van de veiligheid, moet een gemotiveerde verklaring van de veiligheidscoördinator opgenomen worden in het afvalbeheer- en sloopplan.

Sloopattest is niet meer uitsluitend gelinkt aan de verwerkingstoelating voor puin

Voor sloop-, renovatie- en ontmantelingswerken waarbij geen puin vrij komt, is het momenteel niet mogelijk om een sloopattest af te leveren aangezien dit gelinkt is aan een verwerkingstoelating voor puin dat afgevoerd wordt naar een inrichting voor de productie van gerecycleerde granulaten onder het Eenheidsreglement gerecycleerde granulaten.

Door herschrijving van artikel 4.3.5 §2 van het VLAREMA zal ook een sloopattest kunnen afgeleverd worden voor sloop-, renovatie- en ontmantelingswerken waarbij geen puin vrij komt. Vanaf 1/07/2024 zal een globaal sloopattest voor de hele werf gelden.

Aanpassing aansluitingsvoorwaarden sloopdeskundigen infrastructuur

In artikel 4.3.3 §2 van het VLAREMA is opgenomen dat de sloopdeskundige infrastructuur, indien taken worden uitgevoerd die vermeld zijn in de procedure infrastructuurwerken, enkel dient te beschikken over een erkenning als bodemsaneringsdeskundige, type 1, zoals bepaald in artikel 25/1 van het VLAREL besluit van 19 november 2010, OF een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie als vermeld in artikel 5.4.10 van het VLAREMA.

Voor sloopdeskundigen die ook taken uitvoeren zoals vermeld in de uitgebreide en vereenvoudigde procedure gebouwen wijzigt niets en blijft een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie vereist.

Nieuwe onderafdeling 5.2.16 voor bepalingen over het beheer van gemengd bouw- en sloopafval

De nieuwe onderafdeling 5.2.16 van het VLAREMA kent inzamelaars, handelaars, makelaars en verwerkers van gemengd bouw- en sloopafval een duidelijke rol toe. Er zal een kwaliteitsborgingsysteem (KBS) opgemaakt worden voor het sorteren van gemengd bouw- en sloopafval. Hierin kan de minister bepalingen opnemen om de traceerbaarheid van gemengd bouw- en sloopafval te garanderen in geval van tussenopslag.